jacob
In het
oosten kleurt de hemel rood. Langzaam wordt het licht. De eerste zonnestralen
verlichten de lange rijen populieren aan de horizon. Het halfhoge aardappelveld
naast de Elizahoeve kleurt langzaam goudgeel in de ochtendzon. In de verte
hinnikt een paard. De grote bonte Barnevelder haan kukelekakelt het ochtendgloren. Ook de andere vogels worden wakker en wat
begon als een licht gekwetter groeit langzaam aan tot een massaal kakofonisch
concert door gevederde fluitisten van diverse pluimage.
Binnen
richt Jacob zich op van onder zijn ganzendonzen dekbed, hij rekt zich uit.
“Vandaag”, denkt hij hardop “Vandaag wordt alles anders, vandaag begint mijn
nieuwe leven”. Veel kwieker dan normaal
zwaait hij zijn stramme ledematen over de houten rand van zijn bedstee en stapt
in zijn vaalblauwe boeren overall, eronder slechts zijn Jansen en Tilanusje, want
het wordt een mooie warme dag vandaag. Hij trekt zijn vertrouwde geitenwollen
sokken om zijn eeltige voeten en stapt in zijn vormeloze bruine fluwelen slippers.
Vrolijk neuriënd schuifelt hij naar de
keuken waar hij een groene bus met chromen deksel en het opschrift koffie van
de plank pakt en op het granieten aanrecht zet, met de glazen pot van zijn
Moulinex koffiezet apparaat vult hij het reservoir en gooit in gedachten 3
grote scheppen gemalen koffie in de filter waarna hij op het aan/uit knopje
drukt. Dan haalt hij uit de halfronde Brabantia trommel op het aanrecht een zak
bruinbrood waar hij 2 sneetjes uitneemt die hij met dik boter besmeert. Echte
zelf gekarnde boeren boter. Er bestaat voor Jacob niets lekkerders dan boerenbruinbrood
met boter en een beetje suiker. Jakob weet ook wel dat dat niet zo goed voor
hem is maar hij heeft energie nodig, en veel ook. Geleidelijk aan begint de
proper gepoetste keuken zich te vullen met de geur van vers gezette koffie.
Terwijl Jacob op zijn houten keukenstoel zijn ontbijt wegwerkt kijkt hij trots
om zich heen, alles glimt en straalt in zijn keukentje, daar heeft hij dit keer
echt extra zijn best op gedaan.
Na zijn ontbijt spoelt hij zijn kroes en bord en zet ze in het afdruiprek. Hij
veegt de kruimels van het plastic Brabant bonte tafelkleed en schuift zijn
stoel weer netjes aan. Bij de deur verwisselt hij zijn sloffen voor een paar
afgetrapte gele klompen en klost hij vrolijk fluitend naar zijn melkstal. De
koeien daar loeiroepen hem al tegemoet, ze staan vol en moeten leeg. De zon
werpt haar warme schijnsel nu over het voorhuis heen en beschijnt de deuren van
de deel waardoor er een helder licht de stal in schijnt, stofdeeltjes dansen twinkelend
in de zonnestralen. Boerenzwaluwen scheren al door de lucht om insecten voor
hun onverzadigbare zwaluwkuikens te vergaren. Jacob zijn schildpadpoes ligt in
een hoekje, luid snorrend, haar 3 kittens te zogen en Max, zijn oude trouwe
Duitse herder komt Jacob kwispelstaartend tegemoet. “Ja jongen, Na vandaag
wordt alles anders” fluistert Jacob hem blijmoedig toe en geeft zijn oude
makker een vriendschappelijk klopje op zijn vergrijsde hondenkop en krabt m wat
achter zijn oor.
Snel maar zorgvuldig wijdt Jacob zich aan zijn dagtaken, Hij melkt zijn 14 koeien,
geeft het varken eten, strooit een baal stro uit in de stal en zet de staldeur
open zodat de koeien weer naar buiten kunnen om zich aan het malse groene
zomergras tegoed te kunnen doen. Even nog de eieren rapen bij zijn kippen en
dan snel nog het erf aanvegen zodat alles er straks piekfijn uitziet. Gisteren
nog heeft hij de hele stal gedaan, met de hogedrukreiniger die hij zichzelf vorige
maand voor zijn 52ste verjaardag cadeau heeft gedaan, zelfs zijn
oude rode Massey Ferguson-trekker heeft een poetsbeurt gehad en staat in de
hooischuur de wereld tegemoet te glimmen.
De hele boerderij is weer om door een ringetje te halen.
Voor vandaag is het mooi geweest, vanmiddag nemen we vrij zegt hij tegen Max
die hem met een scheve kop vragend aankijkt. Nu nog slechts afwachten,
spannend!
Vrolijk pakt Jacob nog een kroes koffie en zet het apparaat uit, “straks zet ik
wel verse” denkt hij “met wat lekkers erbij”, voor de gelegenheid heeft hij
gisteren nog bij de bakker in 's-Heer Hendrikskinderen een marmercake gekocht. Dan gaat hij
blijmoedig naar de voorkant van zijn oude hoeve. Daar staat tussen 2 handbeschilderde melkbussen een oude
smeedijzeren bank waar zijn opa vroeger ook al zo graag mocht zitten om uit te
kijken over het uitgestrekte Zeeuwse landschap terwijl hij een pijpje stopte.
Jacob zet zijn geëmailleerde koffiekroes, waar een paar schilfers in de loop
der tijd zijn afgesprongen, op de melkbus en laat zich tevreden zakken op de
bank, best wel wat moe maar toch nog vol energie. De leilindes langs de
slootkant staan volop in bloei en verspreiden hun heerlijke parfum, bezige
bijtjes zoemen rond de bloesems om hun nectar te vergaren, in de sloot zwemt
een eend met zeven pijlers tussen de zwanenbloemen, het pijlkruid en de
egelskoppen. In de walkant staan frisblauwe bloeiende vergeet-mij-nietjes en
glimmend gele boterbloemen. Dit is een
heel mooie plek. Van hieraf kan hij de hele weg overzien en de hippe Volkswagenbus
al van ver zien aankomen.
Jacob neemt nog een slok van zijn koffie, Max komt naast hem zitten en legt
zijn trouwe herderskop op Jacobs schoot, slaakt een diepe hondenzucht en sluit
zijn trouwe hondenogen. Terwijl Jacob in de verte staart diept hij een pakje
Javaanse jongens uit de borstzak van zijn overall op. Wat rijdt daar? Ja,.... nee toch niet, het is
maar een bestelwagen van Post NL… In gedachten verzonken draait hij een
kreukelig shagje, rolt het bonte pakje geurige tabak, met de in kleurige dracht
gestoken Nederlands Indische kolonialen er op, weer netjes op en steekt het terug
in zijn borstzak. Terwijl hij zijn zakken afzoekt naar een doosje lucifers,
rinkelt en trilt in zijn Nokia, Max veert op en spitst zijn oren, Jacob vist het dingetje met trillende handen
uit zijn zak en klapt het schermpje open, nummer onbekend….
“
Met Jacob van Belzen,…….
Hey, hallo Yvon, waar…………
Ja….nee…..….
Dat snap ik…
Ja, jij ook,….dag”
Jacob klapt het telefoontje weer dicht en laat het verslagen in zijn zak
glijden, Max piept wat en springt van de bank. Ook Jacob staat langzaam op,
zijn schouders hangen nu af, zijn rug is gebogen en zijn kin rust bijna op zijn
borst. Jacob sjokt naar zijn erf terug, de knokige handen samengevouwen op zijn
rug, terwijl de Javaanse jongen nog
onaangestoken in zijn mondhoek bungelt, schudt hij meewarig het verweerde
hoofd.
“Geen énkele brief” mompelt hij zacht voor zich uit, “niet één”……….
~~~~~~~~~~~~~~~~~~
Vrolijk neuriënd schuifelt hij naar de keuken waar hij een groene bus met chromen deksel en het opschrift koffie van de plank pakt en op het granieten aanrecht zet, met de glazen pot van zijn Moulinex koffiezet apparaat vult hij het reservoir en gooit in gedachten 3 grote scheppen gemalen koffie in de filter waarna hij op het aan/uit knopje drukt. Dan haalt hij uit de halfronde Brabantia trommel op het aanrecht een zak bruinbrood waar hij 2 sneetjes uitneemt die hij met dik boter besmeert. Echte zelf gekarnde boeren boter. Er bestaat voor Jacob niets lekkerders dan boerenbruinbrood met boter en een beetje suiker. Jakob weet ook wel dat dat niet zo goed voor hem is maar hij heeft energie nodig, en veel ook. Geleidelijk aan begint de proper gepoetste keuken zich te vullen met de geur van vers gezette koffie. Terwijl Jacob op zijn houten keukenstoel zijn ontbijt wegwerkt kijkt hij trots om zich heen, alles glimt en straalt in zijn keukentje, daar heeft hij dit keer echt extra zijn best op gedaan.